Spelverslag SO 129 – nauwelijks bedreigd

 

Inleiding

Ik had me voorgenomen dit spelverslag vooral verhalend te schrijven, maar natuurlijk kon ik het niet laten een historisch verslag toe te voegen...

 

Het verhaal gaat verder waar het spelverslag van SO 124 eindigde.

 

Beurt 0

De recent tot U-124 gedoopte Romulaanse Havik bevestigde de signalen van Cleaver door de poorten van het shuttledek te openen. Landingslichten flitsten op volgorde in diverse felle kleuren om de route steeds te belichten. Even later stapte Cleaver uit zijn shuttle en bevond zich voor een groep Romulaanse officieren die in vol ornaat in de houding stonden, klaar om een ad hoc inspectie te ondergaan.

“Dit zal mijn nieuwe staf zijn,” dacht Cleaver, “ze zien er vlekkeloos uit – wellicht zijn ze nog onbevlekt in het gevecht?” Terwijl hij het rijtje officieren afliep, keek hij ze één voor één aan, stelde zichzelf voor en vroeg de naam van de betreffende Romulaan, alsmede nog een extra vraag, om ze beter in te schatten.

“Ik zie dat uw uniform blinkt van schoonheid maar ik vraag me af waar uw onderscheidingen zijn?” vroeg Cleaver terwijl hij op de lege borstkas van een wat boos kijkende officier wees. De Romulaan antwoordde met een ruwe stem, waarvan de arrogantie nauwelijks verholen was: “Maakt u zich geen zorgen om mijn nog ontbrekende gevechtservaring. Ik ben beslist niet de mindere van dat Federale tuig waarmee u zojuist mijn landgenoten in sector 124 hebt gedwarsboomd!”

“Geen respect voor de Federatie?” vroeg Cleaver.

“Waarom zou ik! Dat stelletje slappelingen! En ik snap niet waarom ons opperbevel u gevraagd heeft om ons te leiden! U rent toch voornamelijk weg van onze Haviken?!” luidde het bruuske antwoord van de Romulaan.

Terwijl Cleaver nog wat saliva van zijn uniform en gezicht wegveegde, antwoordde hij met een brede lach: “Het is juist mijn opvallende strategie tegen jullie geweest waardoor ik hier nu voor je sta. Je superieuren herkennen talent wat beter dan jij. Maar zulke scepsis bevalt me wel – ik zal ze met plezier ontkrachten! Jij wordt mijn tweede man hier op de U-124.”

De inspectie werd afgerond zonder verdere incidenten. De officieren van de andere schepen werden nog uitgebreid ingelicht over de te voeren koers en wat er van ze verwacht werd.

 

De schepen werden U-124, U-123, U-96 en U-47 gedoopt. Alle scheepsnamen zijn ontleend aan beroemde U-boten uit de Tweede Wereldoorlog. Op www.uboat.net kun je alles vinden over deze boten, maar kort gezegd zijn het allemaal boten waarmee veel BRT (Bruto Register Ton) aan scheepsruimte tot zinken is gebracht en die door zeer befaamde kapiteins zijn aangevoerd. Denk bijvoorbeeld aan Günther Prien (U-47), Jochen Mohr (U-124), Reinhard Hardegen (U-123) en Lehmann-Willenbrock (U-96) die natuurlijk bekend is van het boek en de film/serie Das Boot. Op het moment van schrijven lijkt het erop dat Hardegen nog steeds in leven is. Ik noem U-124 mijn “vlaggenschip” omdat ik toevallig een monografie over die boot heb gelezen.

 

Koers richting het middelpunt gezet, vanuit het -,+ kwadrant en een beetje uitgewaaierd zodat ik al snel objecten kon waarnemen. Het komt erop neer dat ik twee paartjes heb geformeerd.

 

Beurt 1

“Kapitein naar de brug!” zo luidde het alarmsignaal. Het was duidelijk dat de status nog steeds groen was, maar toch haastte Cleaver zich naar de brug. Aldaar aangekomen was zijn eerste officier lichtelijk opgewonden. Hij riep uit dat er twee objecten rond 10,40 door de U-123 en U-47 werden waargenomen, wat de juistheid van de waaiertactiek bewees.

Nu kwamen de orders: “Koers wijzigen, meer oostwaarts...” en “zet een beeldconferentie op met de kapiteins van de andere schepen – ik wil niet dat we nu te ver doorschieten naar het doel en onze verhullers waardeloos maken”.

 

Er moest wat moeite worden gedaan om de schepen allemaal rond hetzelfde x-coördinaat te krijgen, omdat de schepen in stelletjes rondvlogen en er geen snelheidswijzigingen zouden plaatshebben (snelheid: 22). Daarnaast wilde ik niet te ver oostwaarts geraken. Het gevolg was dat U-124 en U-96 met koers 40 zouden eindigen. De andere twee schepen zouden noordelijker eindigen met koers 65.

 

Beurt 2

“Status rooooooooooddddddddd!” galmde het door alle gangen en dekken van de U-124. De bemanning was nu zichtbaar in spanning – de vijand was genaderd! Al snel bevestigde de tactische officier dat het om Klingon D.VII slagkruisers ging, vier stuks nog wel... Het nieuws werd nog beter toen bekend werd dat de verhullers wederom bescherming boden – voorlopig werden er alleen klappen uitgedeeld en niet geïncasseerd.

“Geef de volgende orders door aan U-123 en U-47: direct Phaser 1 en Plasma Torpedo op Warlord-Kl vuren, dan zuidwaarts draaien en resterende Phaser vuren. U-96 dient mij te schaduwen door scherp naar rechts te draaien en te vuren voor Warlord uit de wapenhoek kan ontsnappen. Plasma Torpedo op Scimitar-Kl!” klonk het luid en snel uit de mond van de gezagvoerder. De officier die eerst nog sceptisch was over de kwaliteiten van Cleaver gaf nu geen enkel ontstemd geluid – zou dit mensenwezen dan toch weten wat hij deed?

De tactische officier wees voorzichtig op de mogelijkheid om nog wat Phasers op een tweede Klingon te vuren, maar Cleaver wuifde dat weg. Een zeker wrak, dat was wat Cleaver wilde veroorzaken. Het bleef moeilijk te voorspellen hoe de Klingons zouden manoeuvreren en als de Haviken relatief slecht uitkwamen voor de D.VII´s, wilde Cleaver er zeker één vernietigd hebben. De vijandelijke aanvoerder zou volgens inlichtingen Malurax zijn, een op dit moment nog onbekende en dus onvoorspelbare nieuweling. Aangezien hij zichzelf wel eens als ´Warlord´ omschreef, zou het des te passender zijn om juist dát schip om zeep te helpen...

 

Doordat twee schepen koers 40 hadden moesten zij flink bijdraaien om Warlord-Kl op de korrel te nemen, maar dit schip lag tenminste op AE11 tot 13. Om de een of andere reden lag Warlord erg ver naar voren zodat deze een natuurlijk doelwit werd. Ik heb overwogen om U-123 en U-47 op een andere D.VII te laten schieten, maar alle anderen lagen op AE23 of meer en daar kon ik te weinig op bouwen. Helaas bestond de mogelijkheid dat Warlord-Kl flink zou versnellen en te snel uit mijn wapenhoeken zou draaien, dus koos ik ervoor om U-123 en U-47 op T1 hun rechter Phaser te laten afvuren, zodat daarmee alvast een schild werd gekraakt. De andere twee schepen zouden scherp zuidwaarts draaien en alle vier zouden een salvo geven op T3. Ten overvloede kwamen nog twee Plasma Torpedo´s op Warlord-Kl af. Dat zou wellicht teveel zijn, maar uitgaande van de slechtste scenario´s was er een miniem kansje dat het ding niet direct wrak zou gaan. Met extreem lang reken- en tekenwerk bewoog ik naar een plaatsje waarvan ik vrij zeker kon zijn dat de Klingons me er niet zomaar konden pakken.

 

U-124 pikte op de rand van het sensorbereik een object op...dat zal de Federatie zijn onder leiding van Toetanchamon, die na SO 125 kennelijk de smaak van dat scheepstype te pakken had.

 

Beurt 3

Aan boord van de Warlord-Kl wist men heel goed wat er gaande was. Romulanen dichtbij! Weliswaar niet in de beste positie, maar wel dichtbij genoeg om flink uit te delen. Wat zou  eerste officier Malurax in deze moeilijke situatie doen? De Klingonbemanning was het waarschijnlijk weinig aan te zien, maar er heerste ongetwijfeld spanning aan boord van de Warlord-Kl – zouden zij zegevieren, heldhaftig sterven of kregen ze de kans niet eens om hun vijand van dichtbij te zien? Zouden ze ten prooi vallen aan het onzichtbare gevaar?

Al die vragen schoten door de hoofden van de officieren die gedreven hun best deden om nog de juiste orders aan hun ondergeschikten te geven. Koerswijzigingen en energietoewijzingen werden aangepast aan de nood. Onwetend waar de vijand zich precies bevond konden ze verder alleen hopen dat hun keuzes de juiste bleken.

Plots werd het schip geteisterd door Phaserinslagen op het rechterschild. De melding kwam dat het langeafstandsschoten waren van U-123. Verward keken de officieren elkaar aan maar voor zij konden reageren trof U-47 op identieke wijze doel – ditmaal bezweek het schild en flitsten de eerste rode lampen op het paneel van de schadeofficier...de romp vertoonde gaten, maar de schade was verwaarloosbaar. Vreemd, wat zouden de Romulanen fout hebben gedaan, zo dachten de Klingons? Terwijl zij euforisch reageerden, denkende dat de Romulanen de aanval verprutst hadden, draaiden ergens in de verte de resterende twee Haviken recht op hun doel af. De verhuller die zo belangrijk was geweest voor deze verrassingsaanval werd gedeactiveerd, de Phaserbuizen werden geopend, opgeladen en gericht op het zojuist kapotgeschoten zijschild van de Warlord-Kl...

Reparatieteams van de Klingons waren nog maar net op de beschadigde dekken gearriveerd zodat deze als eersten en wellicht als enigen zagen waar het werkelijke gevaar vandaan kwam. Door de gaten in de romp die zij wanhopig luchtdicht probeerden af te sluiten zagen zij twee Haviken recht op zich af gieren! In de neus lichtten twee zachte lichtbronnen op – opwarmende Phasers. De rest van de bemanning heeft nooit geweten waar de schoten precies vandaan kwamen. De Phasers van U-124 en U-96 brulden en stroomden leeg. De Warlord-Kl werd uiteengereten onder het geweld. De koerswijzigingen van de Warlord zorgden er nog net voor dat U-96 door het achterschild vuurde – tot een ontsnapping was het niet gekomen. De andere Haviken deden ook mee, maar zij troffen alleen wrakstukken. Er werden bitter weinig overlevenden waargenomen...

 

“Rapporten! Ik wil rapporten...waar liggen de Klingons nu? Zijn onze Haviken precies waar we ze wilden?” riep Cleaver door de brug. Direct na een verhulde aanval is de Havik nu eenmaal het kwetsbaarst en hij wist het. Door de versnelling hadden de sensoren moeite om langeafstandsmetingen te doen en bepalen of de vijand represailles kon nemen was nu de voornaamste prioriteit.

 

De Teamscore opende op 168 doordat er uiteindelijk nog een tweede schild werd gepakt. Opvallend is dat de Klingon maar liefst 117 interne treffers incasseerde alvorens wrak te gaan. U-96 pakte de laatste punten, maar gek genoeg zonder overkill! Deze scoorde 72 punten door 67 treffers door schild 3 te jagen. Dat zijn 15 punten voor het schild, 20 voor de bonus en dan blijven er 37 interne treffers over. U-47 had al 11 interne treffers veroorzaakt, U-124 zelfs 69, zodat er 117 geregistreerd werden. Vast geen record, maar wel degelijk bovengemiddeld. Ik was er erg verguld mee, de punten waren welkom. Overigens werden er op T3 nog 51 overbodige treffers gedaan door U-123 en U-47, maar die leverden dus niets meer op.

 

Ik zag alleen nog maar objecten. Het waren de Klingons die doorgevlogen waren. Ze eindigden in mijn kwadrant, maar vonden daar een lelijke verrassing: de voltallige Federatievloot lag in een gunstige aanvalspositie, althans zo bleek uit de forumpraat. Ik besloot direct om te draaien in de hoop vluchtende Klingons of doorgestoten M-kruisers op te vangen van achter mijn verhullers. Uiteraard haalde ik mijn neus ook niet op voor eventuele lamme vogels met maximumsnelheden.

 

Ik zou eindigen rond -4,17 met koers 220.

 

Teamscore: 168

 

Beurt 4

“Neeeee, hoe is het mogelijk!” riep een gefrustreerde Cleaver. Niet alleen werden er geen nieuwe doelwitten waargenomen, er werden wel veel brokstukken van twee Klingons gesignaleerd...

“Ik moet het toegeven, die dekselse Toetanchamon wist wel wat hij deed!” sprak Cleaver met zowel bewondering als verslagenheid. Natuurlijk had hij gehoopt zijn werk tegen de Klingons zelf af te mogen maken.

 

De tactische officier meldde dat de Federatie buiten zicht bleef, maar kon moeilijk voorspellen waar deze nu naartoe zou gaan. In ieder geval niet naar onze kant, maar voor de rest waren alle keuzes aan Toetanchamon en dat beviel Cleaver allerminst. Het was tijd om nieuwe opties aan te boren om te voorkomen dat Toetanchamon Cleaver´s eigen truc van sector 124 zou gebruiken tegen ons.

De kapitein gaf zijn order: “Open een beveiligd kanaal.” “Ehm...aan wie gaan we dat richten?” kwam direct het antwoord van zijn perplexe tweede man.

“Naar Belial-Kl. Het is tijd om ons voor te stellen aan Malurax...eens kijken of dat wat oplevert”

 

Carrion-Kl en Scimitar-Kl zijn door Toetanchamon aan gort geschoten en nu heeft laatstgenoemde meer punten dan ik en hij heeft misschien nog wel de Belial-Kl in het zicht. Daarentegen zal Malurax ook wel iets terug hebben gedaan en ik was zeer benieuwd naar eventuele schaderapporten en posities die hij me kon geven. We gingen een verbond aan, maar maakten geen concrete afspraken. Het ging met name om informatie. Malurax had wel trek in een uitwisseling waar Toetie het slachtoffer van zou worden. Kennelijk had Toetie zonder schilden op zeker gespeeld en twee Klingons vernietigd, waarbij één van zijn schepen niet eens de kans kreeg de Phasers te vuren – de Klingon was al wrak. Het was duidelijk dat de oude meester een flinke klap had uitgedeeld en eigenlijk had Malurax nog gemazzeld ook! Desondanks barstte er nu een hevige verbale uitwisseling los tussen Malurax en Toetanchamon, waarbij eerstgenoemde van geen opgeven wist, al was tevens duidelijk dat de feiten aan de zijde van laatstgenoemde stonden. Deze forumvete hield het hele spel stand en is eigenlijk zelfs daarna pas verwaterd doordat Toetanchamon door toenemende drukte minder op het forum kon zijn.

 

Doordat Scimitar-Kl nog net door twee Plasma Torpedo´s werd geraakt, steeg de teamscore naar 181. Slechts één Torpedo leverde nog wat puntjes op, maar ik vond het al een wonder op zich. Voor de rest alleen een hoop objecten in zicht, waaronder twee die mogelijk van de Kzinti kunnen zijn. Ik zet de achtervolging op Toetanchamon in en kies positie op een locatie waarvan ik denk dat mijn sensoren hem nog kunnen oppikken.

 

Teamscore: 181

 

Beurt 5

“Weer niets?!”, vroeg Cleaver aan zijn staf. Helaas, slechts één object en dat zal de overgebleven Klingon van Malurax zijn. Cleaver vervloekte Toetanchamon, een sluwe officier die wel degelijk wist hoe de krachtsverhoudingen lagen. Toetanchamon zou alles op alles zetten om bij de Romulanen weg te blijven. Het was maar de vraag of de Federatie ooit nog voor de Romulaanse lopen zou komen.

 

Via Malurax kreeg ik toch wat inlichtingen over Toetanchamon binnen. Malurax en Toetanchamon bleven elkaar af en toe bestoken, zodat er vaak wel gegevens beschikbaar waren: soms hele nauwkeurige en soms alleen objectgegevens. Op het forum woedde de strijd tussen Malurax en Toetanchamon onverminderd voort. Na enige weken of zelfs maanden van deze verbale kastijdingen, bedacht Eddie Butcher dat Malurax wel wat weg had van de Zwarte Ridder uit de film “The Holy Grail” van Monty Python. Het werd als een geuzennaam aangenomen door Malurax die pas maanden later voor een andere bijnaam werd ingeruild.

 

Hoe dan ook, ik moest iets bedenken om Toetie in de tang te nemen. Ik besloot om een ruime bocht naar links te maken zodat ik uiteindelijk zuidwestelijk van mijn huidige positie zou eindigen. Zo ging ik van ongeveer -27,30 naar -40,8. Om de sensoren meer bereik te geven, werd de formatie wat breder.

 

Beurt 6

“Geef me nu eens goed nieuws: waar is Toetanchamon?” Eerst heerste stilte en de tactische officieren schuifelden wat moeizaam voor zich uit,terwijl ze elkaar weifelend aankeken. “Weer alleen objecten?”, vroeg Cleaver met een geïrriteerde toon. De naar beneden gerichte Romulaanse hoofden zeiden genoeg. Plots kwam er melding van U-47: Toetanchamon lag op afstand 24! Eindelijk wat precieze peilingen, maar van een aanval met één schip kon geen sprake zijn.

 

Er kwam nog een herdraai van beurt 6, maar die maakte voor mij niets uit. Ik vond het niet opportuun om met één Havik op afstand 24 op de Federatie te gaan vuren. Zelfs met goede bewegingen zou het vuur verwaarloosbaar zijn en het risico dat U-47 vervolgens de gebeten hond zou worden te groot. Dan maar weer manoeuvreren en hopen op een betere onderschepping. De Kzinti lieten zich voor het eerst zien, als object dan wel te verstaan (misschien dat ik er twee in beurt 4 als object heb gezien). Zij kwamen vanuit het zuidoosten.

 

Door een bijna volledige cirkel te vliegen, hoopte ik dat de vijand binnen sensorbereik zou komen zonder mij voorbij te schieten.

 

Beurt 7

“Die Toetie zal wel lachen in zijn vuistje!”, bulderde Cleaver door de kamer. Weer was Toetanchamon erin geslaagd om te ontsnappen. De scan leverde ook al niets bruikbaars op – de vogel was weer gevlogen! “Eén Kzinti Defender op de radar kapitein!”, riep de tactische officier nog, maar Cleaver deerde het niet. Het was niet genoeg om een beslissende klap uit te delen. De Belial-Kl dook eveneens op, maar vanwege het bondgenootschap was dat geen legitiem doel.

 

Het zal me waarschijnlijk wel nooit duidelijk worden waarom er één Kzinti met snelheid 10 op de radar verscheen, maar misschien dat Sun Tsu dat nog eens kan ophelderen. Van de andere Kzinti waren geen sporen en van de Federatie werden slechts zwakke weerkaatsingen opgepikt. Wel was het laatste schip van Malurax zichtbaar, doordat hij minder ECM gebruikte.

 

Ik besloot om mijn gemiddelde positie van -39,11 te verplaatsen naar ongeveer -46,-10, door zuidwestelijk te vliegen. Voor de zoveelste keer hoopte ik eindelijk de Federatie te identificeren, want Toetie had beslist meer punten dan ik. Door twee Klingons te vernietigen en er nog eentje te beschadigen, had Toetie meer dan 300 punten vergaard (misschien zelfs 350+). Ik zat nog op 181. Daarnaast waren er tactische overwegingen: met één schip kon Malurax niet meer voor de eindzege gaan, terwijl Toetanchamon met twee gevechtswaardige schepen (en een beschadigde derde die ook nog ergens rondvloog) in ieder geval nog even een concurrent kon zijn – hij had bijvoorbeeld een rondje sterbasis kunnen doen. De Kzinti waren nog brandschoon en daarom juist mijn gevaarlijkste tegenstander. Zij hadden de aantallen om een misstap van mij af te straffen.

 

Via uitwisselingen met Malurax wist ik inmiddels dat Toetanchamon een wrak had geleden: toen Malurax en Toetie in beurt 3 elkaar gingen bestormen, schoot Toetie twee Klingons wrak en beschadigde later de Belial-Kl lichtjes, terwijl Malurax één M Klasse Kruiser ernstig beschadigde en deze later neerknalde. In verdere vuurwisselingen werd er nog een Federaal schip beschadigd, maar niet heel zwaar.

 

Door nog maar weer een stukje zuidwestelijk te gaan, hoopte ik wel succes te hebben…

 

De eindkoers was daarentegen oostelijk (105) omdat ik de vijand daar verwachtte.

 

Beurt 8

“Het is druk op de radar kapitein!”, schreeuwde de tactische officier. Cleaver wilde zelf vaststellen hoe de zaken ervoor lagen en verruilde de brug voor de vuurleidingcentrale, waar opgewonden bemanningsleden zich vergaapten aan de veelvoud van doelen: liefst vijf schepen waren binnen visueel bereik. Met een enkele oogopslag schatte Cleaver de situatie in: “Toetanchamon ligt eruit, hij ligt te dicht achter de Kzinti die hem zullen vermorzelen met hun numerieke overmacht.” Het kwam nu op Cleaver’s instincten aan om de juiste doelen te selecteren – er was een risico dat het doel al wrak zou zijn voor de Haviken binnen schootsafstand kwamen.

 

Ditmaal was het gelukt om Toetanchamon op de radar te krijgen, al waren niet allebei zijn schepen voor mijn Haviken zichtbaar. Le Forban-Fe was zichtbaar voor U-124 en U-47. Symbiose-Fe bleef onzichtbaar, maar door de objectgegevens kon ik bepalen dat de Federatie flinke klappen zou krijgen van Sun Tsu. De Kzinti lagen namelijk net iets ten noord-, noordoosten van de Federatie. Niet alle Defenders konden direct via hun achterschild alle Phasers uitladen: met koersen van 270, 225, 315 en 270 was slechts één Defender in staat op T1 alle Phasers te vuren. Sun Tsu moet overigens fan zijn van Metallica, aangezien de scheepsnamen Rover-Kz, Wanderer-Kz, Nomad-Kz en Vagebond-Kz zijn. Deze namen zijn afkomstig uit het lied Wherever I may roam . Hoewel niet alle wapens direct gevuurd konden worden, gaf ik Sun Tsu toch meer kans. Hij had twee schepen meer en misschien dat één Federaal schip al schade had (dit bleef tot op het laatst onduidelijk). Daarnaast leek het gemakkelijk om op T2 de resterende wapens te vuren.

 

Met deze slagorde wist ik dat Toetie niet langer voor de winst kon gaan. Als Sun Tsu zijn kaarten goed speelde, was Toetanchamon zijn twee gevechtswaardige schepen kwijt, waarmee de Kzinti met stip stegen tot mijn voornaamste doelwit. Eerst zou ik Toetanchamon nog een zetje geven om ervoor te zorgen dat hij echt ten onder zou gaan. Alle doelen lagen op afstanden van 18 tot en met 25, laten we zeggen gemiddeld 21, dus er was nog genoeg te doen om een succesvol salvo te geven.

 

U-124 en U-47 gingen achter Le Forban-Fe aan, door middel van orders voor T5 en A11. De afstandsorder was vooral bedoeld om Toetie te onderscheppen mocht hij mijn kant opkomen in zijn vlucht van Sun Tsu. U-123 en U96 kozen Vagebond-Kz, omdat ik vermoedde dat Toetanchamon daar niet op zou schieten en deze dus meer punten voor mij kon opleveren.

 

Tijdens deze aanval zou ik mijn vloot gaan splitsen in twee teams. Omdat Le Forban-Fe verder weg lag, moesten U-124 en U-47 heel anders manoeuvreren dan de overige Haviken. Zeker temeer ik vastbesloten was om de schepen aan het eind van de beweging weer op een kluitje te hebben.

 

Overigens is deze beurt in het jaarverslag 2008 ter sprake gekomen. Op het SpellenSpektakel van dat jaar liet ik Malurax de tekening zien die ik van de situatie gemaakt had. We waren erg interessant aan het bespreken hoe erg de klappen voor Toetanchamon zou zijn toen Sun Tsu opeens erbij kwam! Ik kon nog net de boel weghalen en het gesprek een wending geven, maar ik vermoedde dat Sun Tsu teveel had gehoord. Hij zou dat later op MSN bevestigen, want sinds die dag hield hij er rekening mee dat ik zijn tegenstander was in sector 129.

 

Beurt 9

Sector 129 van het heelal werd minutenlang opgelicht door felle flitsen. Het waren de bulderende Phasers, Photons en Raketten die met dodelijke precisie doel troffen of juist rakelings naast gingen. Temidden van dat kleurrijke schouwspel van wapens en explosies spetterde de Symbiose-Fe uit elkaar. De talloze brokstukken werden in alle richtingen geslingerd. Aan boord van U-124 klonk een gejuich toen rivaal Toetie zijn slagkracht verloren zag gaan. Bij de Kzinti zou ook het een en ander gejuicht worden, nu Sun Tsu zijn eerste kerf op zijn stok mocht zetten. Maar het juichen zou hem snel vergaan. Cleaver was in zijn nopjes met zijn goede tactische keuze: “Ik wist gewoon dat Vagebond-Kz niet door de Federatie beschoten zou worden!”. De arme Defender werd door drie Zware Phasers opengereten. De vuurleidingofficieren van U-96 verdienden wel een lintje, vond Cleaver, want zij hadden de warpmotoren van Vagebond-Kz weten te raken. Nadat de lichtflitsen gedoofd waren en het heelal weer gewoon overwegend zwart met zilverblinkende sterren was, begon de bezorgdheid bij Cleaver en de brugbemanning. “Statusrapporten! Waar is iedereen en kunnen ze ons beschieten!?”

 

Dit was de allesbepalende beurt van dit spel en ik wist eigenlijk wel zeker dat ik nu de voornaamste kanshebber was. Het moest wel héél raar lopen wilde ik dit nog vergooien. Toch ging niet alles volgens plan. Ten eerste wisten zowel Le Forban-Fe en Vagebond-Kz dusdanig te bewegen en van snelheid te veranderen dat twee van mijn acht Phasers niet eens meer afgingen – ze waren uit de wapenhoek gedraaid! Ten tweede was Sun Tsu erg voorzichtig geweest: hij had al zijn vuur geconcentreerd op Symbiose-Fe die daardoor kansloos afgeknald werd, maar waardoor Le Forban-Fe wel kon ontsnappen. Zelfs Toetanchamon getuigde hier hoogstpersoonlijk van toen hij op het forum schreef dat Sun Tsu hier meer uit had kunnen halen. Daarmee kreeg ik een nieuwe vrees, namelijk dat Toetie misschien wel eens een HIS kon gaan proberen te halen. Hij had ongetwijfeld flink punten gescoord op de Kzinti en was nu weer van de radar af, met twee Plasma Torpedo’s achter zich aan. U-47 wist met één Phaser slechts 16 treffers te plaatsen, al gingen deze wel allemaal intern nadat U-124 net daarvoor 47 door 3 had gejast, zodat Le Forban-Fe toch nog 33 intern moest slikken. Ik hoopte dat Toetie dit schip voorlopig niet offensief kon gebruiken, maar was uiteraard niet zeker. Ondanks dat U-123 met maar één Phaser op Vagebond-Kz schoot, resulteerde dat wel in 26 treffers op schild 2, zodat de 52 door 2 die U-96 erachteraan schoot uiteindelijk 43 interne treffers produceerden. Vagebond-Kz was er slecht aan toe, veel slechter dan een schip normaliter met 44% schade aan toe zou moeten zijn. Met 10 generatoren en 3 accu’s (die op onverklaarbare wijze niet gebruikt waren) was de energievoorraad zwaar getroffen, maar de ware pijn voor het beestje was de maximumsnelheid van 16. Gezien de onderlinge posities leek het bijna zeker dat twee Plasma Torpedo’s alsnog op Vagebond-Kz zouden inslaan.

 

Overigens lijkt het erop dat Sun Tsu wel mijn aanval verwachtte – er was 5 SV op schild 2 gezet.

 

Door de heftige bewegingen zag U-124 geen enkel vijandelijk schip, alleen een serie objecten. U-47 zag alleen Vagebond-Kz en mijn andere schepen konden kiezen uit Wanderer-Kz, Nomad-Kz en Vagebond-Kz. Rover was net veilig. Daarmee was het plan grotendeels duidelijk: terwijl de rest wat met de vijand zou bakkeleien, zou U-124 zich een tikkeltje afsplitsen en eenzaam onder de verhuller op een afstand van 10-15 achter de verwachte eindpositie van de Kzinti gaan leggen. Gezien de klappen die Sun Tsu van mij en Toetanchamon gekregen had, leek het me logisch voor hem om zijn sterbasis op te zoeken en daar stemde ik mijn eigen plan op af. U-47 ging op Vagebond-Kz af en U-123 en U-96 op Nomad-Kz, want met de twee Plasma Torpedo’s in aantocht vond ik dat er al genoeg vuurkracht richting Vagebond-Kz ging. Afgezien van U-124 zouden mijn schepen een noordwestelijke koers nemen.

 

Mijn offensieve acties konden niet ongestraft uitgevoerd worden: de vijand kon mij zien! Schilden aan en kijken of deze katjes nog klauwen hebben!

 

Teamscore: 288

 

Beurt 10

Heel eventjes werd de hemel weer opgelicht, maar ditmaal bleef het licht niet hangen – de duisternis keerde vrijwel onmiddellijk weder. In de verte dartelden drie Defenders om de Haviken heen - Sun Tsu zette Cleaver toch nog een hak! Ietwat dichterbij worstelde Vagebond-Kz met de achtervolgende Plasma Torpedo’s. Het beestje deed verwoede pogingen om weg te vluchten van het naderende onheil, maar het mocht niet baten: net voordat de Torpedo’s hun doel zouden treffen, knalde U-47 door het reeds kapotte schild, zodat de Plasma’s slechts het werk hoefden af te maken. Op de brug van de U-124 keek Cleaver relatief tevreden toe. Jammer dat de andere Defenders nauwelijks gehinderd werden door U-123 en U-96, maar de algehele teneur van deze strijd werd duidelijk: Cleaver veegde langzaam maar zeker de sector schoon.

 

Zo, de resultaten waren deels uitstekend, want met 39 treffers door het defecte schild 2 schoot U-47 Vagebond-Kz dusdanig kapot dat U-123 er nog 15 en U-96 zelfs nog 47 punten aan overhielden toen de Plasma´s insloegen! Deze beurt werden 101 punten gescoord op Vagebond-Kz, zodat dat arme loeder maar liefst 158 punten opleverde. Daarentegen ging de aanval op Nomad-Kz helemaal nergens over: mijn beide schepen werden verrast door goede manoeuvres van Sun Tsu zodat wederom de helft van mijn Phasers niet konden vuren… Slechts 34 treffers op schild waren het resultaat. Sommige treffers kwamen op SV terecht.

 

U-123 werd het slachtoffer van vele raketten en een hoop Phasers – gelukkig wel op zo’n afstand dat er alleen schildschade geïncasseerd werd. Bovendien werd U-123 over drie verschillende schilden geraakt, wat me veel interne schade scheelde.

 

Wat wel weer goed nieuws was, was de ligging van U-124. Dit afgesplitste schip had inderdaad de Kzinti voor zich liggen op afstand 11-12. Deze hielden een oostelijke koers aan. Aangezien Sun Tsu me niet kon identificeren en hij waarschijnlijk zou gaan versnellen, besloot ik met U-124 een soloaanval te wagen. Door scans wist ik dat Wanderer-Kz en Nomad-Kz intacte schilden naar mijn U-124 hadden gericht. Aangezien ik ze nooit zou kunnen inhalen, besloot ik op Rover-Kz te schieten. Ik vermoedde dat Rover-Kz al door Toetanchamon zou zijn aangeschoten en ik dus meer kans had dat er geen intact schild meer naar mij gericht was. Het zou niet bijzonder veel treffers of punten opleveren, maar de kans dat ik de volgende beurt een salvo zou kunnen vuren was toch klein. Bovendien had ik de andere drie schepen uit veiligheidsoverwegingen juist een noordwestelijke koers gegeven. Zij zouden omdraaien om de Kzinti opnieuw te achtervolgen, al nam ik aan dat het wel een beurt of wat zou duren voor een onderschepping mogelijk was. Wel zagen deze drie schepen de eenzame Belial-Kl van Malurax. Ik stuurde een bericht dat ik hem natuurlijk niet zou beschieten, al activeerde ik wel precies de twee schilden die Malurax mogelijk zou kunnen raken als hij toch bepaalde vuurorders zou invullen (dat was echt een mooi rekenstukje: in principe waren drie schilden in de gevarenzone, maar door goed inschatting- en rekenwerk kon ik er ééntje als minst waarschijnlijk elimineren).

 

Teamscore: 404

 

Beurt 11

“Malurax heeft wàt gedaan?!”, vroeg Cleaver vol verbijstering. Toen de communicatieofficier bevestigde dat Belial-Kl op U-123 had geschoten, werd Cleaver even stil. Na de stilte volgde woede, pure woede. “Verraad! Wat denkt hij wel niet!? Niemand schendt ongestraft een verbond met Cleaver!” De kapitein trok zich terug om zich te beraden op de te volgen actie.

 

Enkele uren later verscheen Cleaver weer op de brug, zijn gezicht nog steeds boos, maar wel met een zekere berusting. “Blijf de Kzinti achtervolgen!”, kwam het bevel. Iedereen keek op, maar slechts één officier durfde te vragen waarom ze Malurax zomaar lieten gaan. In weerwil van zichzelf antwoordde Cleaver met een zware stem dat het beter was om Malurax later te laten boeten: “De Kzinti zijn aangeschoten en rijp voor de slachting. Ik wil een zege en als ik daarvoor mijn wraak tot later of zelfs een andere sector moet uitstellen, dan moet dat maar. Als we Sun Tsu nu laten ontsnappen, geven we hem teveel kans om bij zijn sterbasis reparaties uit te voeren.”

 

De bemanning stemde stilletjes toe.

 

Tsja, het is onbegrijpelijk: Malurax schiet op mijn schip met A10 en T10 orders. Ik zou de A10 order nog kunnen begrijpen, maar de T10? Automatisch vuren betekent automatisch het bondgenootschap opzij zetten. Waarom toch? Als ik hem had willen beschieten, was zijn scheepje al wrak geweest! Ik had namelijk drie schietklare Haviken. Daarnaast ontdekte ik nu ook dat hij in ieder geval met Sun Tsu samenwerkte of informatie deelde: Malurax had precies op U-123 gevuurd, het schip dat een beurt eerder door de Kzinti getroffen was. Het bleef wederom bij 18 treffers op schild 2, maar het verbreken van een verbond is ongeacht het aantal treffers wat mij betreft te laf voor woorden – het was dan ook voorbij.

 

Tussen al het verraad zou ik nog bijna vergeten dat dit een gunstige beurt voor me was. De U-124 had gevuurd op Rover-Kz, die al door Toetanchamon aangeschoten was. Na latere communicatie met Sun Tsu ontdekte ik dat hij nog maar genoeg energie had gehad om één schild te activeren en hij had het verkeerde gekozen. De verhuller bewees zijn waarde, want door de extra slechte objectgegevens dacht Sun Tsu dat mijn schip in een ander schild zat. De 43 treffers kwamen dus allemaal intern! Het was de doodsteek voor dit poezenbeest, omdat het op afstand 16 van mijn U-124 lag met een maximumsnelheid van 8. Gek genoeg hadden de andere Defenders niet versneld, zodat deze werden waargenomen door U-124 en U-47. Waarschijnlijk wilde Sun Tsu zijn vloot zoveel mogelijk bij elkaar houden.

 

Helaas werd U-124 waargenomen door de vijand, dus ik moest rekening houden met tegenvuur bij mijn nieuwe offensieve acties. Ik stippelde een koers uit waarbij ik rekening hield met Raketten en Phasers. Uiteraard zou U-124 de doodsteek uitdelen aan Rover-Kz, die nu hulpeloos was. De andere schepen zouden dichterbij proberen te komen.

 

Op het forum maakte ik eindelijk mijn aanwezigheid bekend. Alhoewel ik al geruime tijd met alle deelnemers individueel contact onderhield, had ik het nooit van de daken geschreeuwd en rond deze tijd was er geen enkele reden voor geheimhouding meer.

 

Omdat mijn sterbasis met 30 treffers precies een schild van Malurax of Toetanchamon wegschoot, steeg de teamscore naar 462.

 

Beurt 12

Hevige schokken maakten zich voelbaar aan de stuurboordzijde van de U-124. Direct ging het alarm af en werden automatische reactieprotocollen uitgevoerd. Reparatieteams spoedden zich naar de plek des onheil: schild 2 was doorboord en er was brand uitgebroken op meerdere dekken. Op de brug werden schaderapporten verzameld en aan Cleaver doorgegeven: “Interne schade is onder controle kapitein! Wel zijn drie generatoren verloren gegaan en is een serie sensoren op tilt geslagen. Reparatieteams hebben de dekken afgesloten en proberen ze weer begaanbaar te maken”. Een lichte gene maakte zich meester van Cleaver – het was namelijk zijn schuld. Tegen de Phasertreffers had hij niets kunnen doen, maar door een misrekening van zijn kant waren er drie Raketten aan de zijkant ingeslagen. Hij hoopte dat er geen fatale slachtoffers waren.

 

Ditmaal was Sun Tsu zich wel bewust van de noodzaak te versnellen. Hij ging er als een pijl vandoor en ik wist dat ik zijn resterende twee schepen pas bij zijn sterbasis weer zou zien. Ik moest dus een plan bedenken om tegen twee Defenders en een sterbasis tegelijk te vechten.

 

Echter, ik moest vooral mezelf voor mijn kop slaan. In het spelverslag van SO 135 verwees ik al naar een blunder die ik toen maakte voor wat betreft de snelheid van Raketten en dat ik in sector 129 daar nog harder mee de mist in was gegaan. Dat klopt: ik had mezelf wederom wijsgemaakt dat Raketten snelheid 20 hebben in plaats van 25 en dus had ik verkeerd gepland. Ik had namelijk mijn koerswijzigingen zo gedaan dat ik de Raketten steeds voor zou blijven, maar door de blunder was dat niet genoeg! Erg pijnlijk, want de interne schade was niet nodig geweest. Al met al was de winst die ik ervoor terugkreeg gering en vond ik zelfs dat Sun Tsu me een soort hak had weten te zetten. Ten eerste was hij flink weggestoven zodat offensieve acties uitgesteld moesten worden en ten tweede kreeg ik niet de gewenste beloning voor alle onnodige treffers die ik moest slikken. Ja, Rover-Kz ging wrak nadat U-124 20 treffers naar binnen joeg, maar doordat Su Tsu verrassend bewoog, kon hij net uit mijn voorste schild draaien, zodat er maar één Phaser werd afgevuurd. Dat gebeurde niet voor het eerst deze sector… Rover-Kz ging wrak op een gebrek aan energie, dus de teamscore ging niet omhoog met de sprong die ik verwacht had. Die misgelopen 20 treffers scheelden me dus minstens 21 punten en waarschijnlijk nog meer omdat Rover-Kz al bij 89% interne schade wrak ging. Vette pech hoor.

 

Natuurlijk veranderde dit niets aan het algemene beeld van het spel: ik zou het gaan winnen. Het gevoel werd met de beurt sterker. De vraag was alleen nog hoe, wanneer en met hoeveel punten en schade? Ik was als enige vloot nog zonder wrak tegenover één Klingon, twee Federatie Kruisers en twee Kzinti Defenders. Daarbij had ik duidelijke doelwitten voor me, terwijl de Federatie en Klingon daar beduidend meer moeite mee hadden. Later hoorde ik dat de Federatie zelfs de vloot had moeten splitsen en naarstig met volle snelheid probeerde te hergroeperen.

 

De volgende beurt zou ik de Kzinti-sterbasis moeten identificeren op een afstand van onder de 35. De schepen zouden dichter bij elkaar komen.

 

Mijn sterbasis scoorde dit keer 14 punten, maar moest wel 68 treffers incasseren. Ik wist niet precies of het Malurax of Toetanchamon was.

 

Teamscore: 494

 

Beurt 13

Alles was volgens plan gegaan: de schepen waren dichter bij elkaar gekomen en de sterbasis verscheen als een grote weerkaatsing bij alle Haviken. De U-47 rapporteerde nog net de tot stilstand gekomen Nomad-Kz en Wanderer-Kz, die zojuist koppelden aan de sterbasis. Cleaver vond het prima: “Sun Tsu zal zich nog even veilig voelen daar en wij weten precies hoe en wat we moeten doen om snel de genadeklap uit te delen… Maak de Plasma Torpedo’s klaar!”.

 

De basis kwam precies op de juiste afstanden op de radar. Ik wist dat de Defenders hooguit één beurt hoefden te koppelen, want mijn laatste scans van de Nomad-Kz en Wanderer-Kz toonden aan dat zij nauwelijks beschadigd waren. Gek is dat, want ik had wel verwacht dat Toetie meer gescoord zou hebben op de Kzinti. Zelf heb ik Vagebond-Kz vernield en Rover-Kz 63 intern gegeven, wat betekent dat Toetanchamon slechts 26-28 interne treffers heeft veroorzaakt. Het is vrijwel zeker dat Wanderer-Kz door de Federatie is geraakt, maar in ieder geval niet hard.

 

Hoe dan ook, ik was van plan om direct Plasma’s los te laten, wat te naderen en op toch nog ruime afstand een volledig Phasersalvo te geven. Ik wilde absoluut dat ik dadelijk genoeg ruimte had om weg te draaien, voor het geval mijn beschadigde schepen nu door de sterbasis beschoten zouden worden. De U-124 moest meer afstand houden omdat dit schip een zijschild miste en al interne schade had. Voor U-123 gold bijna hetzelfde qua schade, maar omdat dit schip maar 44 punten had (U-124: 177), was ik bereid om daar meer risico mee te nemen.

 

Teamscore: 502

 

Beurt 14

Een driewerf hoera weerklonk op de brug: het plan verliep uitstekend en zelfs de geleden schade was minimaal. U-124 en U-47 werden op de voorschilden geraakt. De Haviken zelf deden zo ongeveer de geplande schade. Een tevreden Cleaver gaf het bevel voor de tweede fase van het aanvalsplan.

Tegelijk kwam er een melding van de sterbasis. Er zou één schip pal voor de basis liggen. Wie zou zoiets nou toch kunnen doen? Via inlichtingen werd duidelijk dat het Belial-Kl van Malurax was.

“Klaar maken voor fase II, we geven deze sector nú de genadeklap!”, riep een opgewonden Cleaver…

 

Die Malurax toch! Hij had kennelijk gedacht dat Toetie nu een aanval zou doen op mijn basis en dat Belial-Kl dan relatief veilig dichterbij kon komen om via mijn basis een HIS te pikken. Malurax dacht dat mijn basis zich dan op de schepen van Toetanchamon zou richten. Hij zat er behoorlijk naast, want Toetanchamon zou niet binnen het bereik van mijn basis komen en dus kreeg Belial-Kl 101 treffers te verduren. Door waarschijnlijk sensorschade deed hij zelf slechts 71 treffers terug. Krijgen we nu na “zelfmoord door agent” en “zelfmoord in het verkeer” ook nog “zelfmoord door sterbasis”? Toen ik oorspronkelijk de orders voor deze beurt opstelde hoopte ik stiekem al op een flinke blunder van de eenzame sterbasisjager, maar op zoiets kun je niet zomaar rekenen natuurlijk. Het was een doodsvonnis; alleen de beruchte fout in de sterbasisroutine zou dit gedoemde schip nog kunnen redden. Door mijn eigen geschut en de prestatie van mijn basis schoot mijn teamscore omhoog naar 601 punten. Aangezien ik nu de Kzintibasis zou gaan vernielen en Belial-Kl door mijn basis opgeblazen zou worden, wist ik dat er een grote kans was dat ik nu over de doelscore heen zou gaan. In eerste instantie was ik dolgelukkig dat de overwinning binnen handbereik kwam.

 

Wel moest ik nog even letten op een correcte uitvoering van mijn plan! Ten eerste hadden nu drie schepen een gereduceerd voorschild en ten tweede kon ik de twee Defenders niet zien – zij zagen mij echter wel. Ik schatte dat als de Kzinti maximaal zouden versnellen en de eerste impulsen maximaal naar rechts zouden draaien, dat ze dan zonder schilden misschien wel precies bij mijn aanvliegroute in de buurt konden komen. Dan zouden ze ongetwijfeld U-123 weer op de korrel nemen en hoewel deze de meeste schildschade al had gerepareerd, kon er toch iets heel naars gebeuren. Als Sun Tsu zijn kaarten goed speelde, kon hij me misschien een wrak aansmeren.

 

Wat was mijn plan dan? Ik had gedurende de vorige beurt al een route uitgezet die de meeste schepen dicht bijeen zou leggen, met U-124 iets naar achter omdat deze al interne schade had. Gezien de huidige stand van zaken besloot ik U-124 en U-123 als een duo te laten optreden. Zij zouden naderen, schieten en wegdraaien zonder nadenken. U-96 en U-47 werkten eveneens samen, maar die trok ik op een afstand of 17 van de huidige sterbasis weer scherp naar beneden zodat zij eventuele dreigingen van de Kzinti konden opvangen – zij dekten in feite de aftocht van mijn aangeslagen schepen. Uiteraard zouden ook zij tijdig vuren. Ik schoot nu relatief vroeg, want ik vertrouwde op de Plasma Torpedo’s en wilde de geïncasseerde schade flink beperken door vroeg weg te draaien. Om de Defenders niet teveel kans te bieden, moest ik naar links van de basis wegdraaien, waardoor de kapotte schilden van U-124 en U-123 naar de basis gericht werden. Het moest maar.

 

Eens kijken of Sun Tsu mij nog een nare verrassing kon voorschotelen!

 

Beurt 15

Alle schepen naderden de sterbasis en vuurden vroeg, waarna scherpe bochten volgden. Onderwijl vervolgden de Plasma Torpedo’s onhoudbaar richting het doel – de sterbasis. De bemanning van deze basis werd verrast door deze vreemde manoeuvre en vuurde niet eens meer. Toen de Torpedo’s insloegen, was het te laat – met grote explosies en lichtflitsen scheurde de basis uiteen. De bemanning van Cleaver was opgewekt, zeker toen schaderapporten uitbleven. Kennelijk was Sun Tsu te voorzichtig geweest. De schilden hielden al zijn vuur tegen.

 

Kort daarop ontving de U-124 langeafstandscommunicatie van het Romulaans oppercommando. Een Romulaanse admiraal werd op het scherm getoverd om de brugbemanning toe te spreken: “Ik feliciteer u, kapitein Cleaver, en uw bemanning met

Het behalen van de overwinning in sector 129. Onze vijanden hebben gecapituleerd en zijn hun terugtocht reeds begonnen.” Zijn woorden werden met luid gejuich ontvangen; op alle schepen werd de alarmstatus ingetrokken.

 

“Nu al? We waren net lekker bezig. Die dekselse Malurax toch…” dacht Cleaver bij zichzelf.

 

Met 881 punten was de doelscore van 861 punten ruimschoots overtroffen. Sun Tsu is erg mild geweest. Hij wist slechts 5 en 6 treffers op twee van mijn schepen te doen. Aangezien hij wel op schild 1 heeft geraakt en ik vanaf impuls drie ben gaan wegdraaien, concludeer ik dat Sun Tsu op T1 heeft geschoten – raadselachtige keuze, maar zodra hij terugkeert (hij heeft het in ieder geval tijdelijk te druk) zal ik hem wel eens uitleggen dat Normale Phasers op zulke afstanden geen deuk maken. Ach, dat laatste is niet helemaal waar: schild 1 van U-124 was zo zwak dat die 5 tegentreffers zowaar nog enkele interne treffers veroorzaakten. En uiteraard twee kapotte generatoren…

 

Ver weg, in een ander kwadrant, versplinterden Belial-Kl en mijn sterbasis elkaar: Belial-Kl ging met 320 punten de Top 10 Klingons in…en ik behield mijn rechtmatige Zilveren Maan! Gelukkig gunde Malurax me die wel. Ergens vind ik het wel jammer dat hij deze stunt nu uithaalde: eigenlijk kwam dat een beurt of twee te vroeg. Ik zou toch gaan winnen en ik had stiekem gehoopt mijn kunststukje van sector 124 te herhalen: een score van 1000+! Het was haalbaar geweest ware het niet dat Malurax te vroeg aan zijn harakiri begon. In de laatste beurt zagen U-96 (onbeschadigd) en U-47 (schild 1 op 12, verder onbeschadigd) op afstand 18 en 19 de Defenders liggen met snelheid 10. Ik vloog 30, had Plasma’s opgeladen en kon dus best een stunt uithalen tegen de Kzinti. Daarnaast zouden U-124 en U-123 met geactiveerde verhuller rechtsomkeert maken. Al met al was ik vol vertrouwen dat ik nog één Defender flink kon beschadigen of slopen. En als de doelscore hoger was geweest of als Belial-Kl een beurt later wrak was gegaan, had ik wellicht nog op de tweede Defender kunnen scoren. Tsja, mijn oorspronkelijke blijdschap om deze zet van Malurax is later toch getemperd door de wetenschap dat ik hier meer uit had kunnen halen.

 

Ach, het is voer voor speculatie, maar de voorwaarden voor succes waren er!

 

Een succes werd het ook natuurlijk, want met of zonder speculatie omtrent doelscores etc. had ik wel gemakkelijk gewonnen. De totale geïncasseerde schade bedroeg nog geen 20 interne treffers, plus een serie beschadigde schilden. Feitelijk ben ik nauwelijks bedreigd. Die twee keer dat ik schade had kunnen oplopen, was Sun Tsu te voorzichtig. Mijn grootste vrees was dat ik mijn beurtenlange EBS niet zou kunnen afschudden! Toen dat eenmaal achter me was, bleef ik contact houden met de vijand, zodat ik als enige echt punten kon scoren. Dit had mijn rating wel nodig na sectoren 125 en 135 waar ik steeds twee wrakken leed. Daarnaast had ik weer een Zilveren Maan en –nog belangrijker– een promotie tot commander! Bovendien was 2008 nog jong genoeg (dit spel liep af op 29 februari) om een gooi te doen naar de rang van commodore.

Overigens was ik bijzonder trots dat ik net als in mijn eerste SO-leven slechts vier spellen nodig had om tot commander te promoveren. En net als toen was het winstpercentage 50%. Uiteraard vierde ik dit uitbundig op het forum.

 

Kritischer was ik over het gemak waarmee sommige tegenstanders uit mijn wapenhoeken wisten te draaien. Uiteindelijk hebben vijf Phasers of zo niet gevuurd en dat is toch zonde, zeker omdat ik er één keer een bonus door misliep. Wat wel uitstekend verliep, was mijn aanval op de sterbasis. Het ging met chirurgische precisie – mijn beste aanval tot nog toe. Achteraf had ik de teamscore van Toetanchamon te royaal ingeschat, al werd ik daar uiteindelijk niet slechter van.

 

En het verraad van Malurax? Tsja, geen beste zet! Iets om niet te vergeten, al hebben we het er later toen mijn verontwaardiging wat gezakt was privé nog over gehad. Ik baseer mijn verbonden altijd op vertrouwen en hij tot op dat moment op wantrouwen. Hij zei ervan geleerd te hebben en dus besloot ik het hem te vergeven – iedereen mag toch een misstap maken?

 

Epiloog

Aan boord van de U-124 waren bijna alle officieren en een groot deel van de manschappen verzameld op het shuttledek. Slechts diegenen die essentieel waren voor de voortbeweging van de Havik waren verontschuldigd. Op het shuttledek stond een erehaag klaar op een rode loper – mensen schijnen een voorkeur te hebben om zichzelf met rood te associëren, de kleur staat vaak symbool voor macht en daadkracht. De erehaag stond resoluut in de houding, klaar om hun eregast te begeleiden naar een shuttle. Daar kwam Cleaver, zijn twee Zilveren Manen blinkend in het licht. Hij liep met opgeheven hoofd en strakke schouders door de erehaag en bij het binnenstappen van zijn shuttle draaide hij zich nog even om. Voor de laatste maal aanschouwde hij zijn bemanning: de Romulaanse krijgers die hij naar de overwinning had geleid. Zijn blik viel op het gelaat van een Romulaanse officier die nu veel vrolijker keek dan toen Cleaver voor het eerst op het shuttledek was… Met een laatste saluut trok hij zich terug in zijn shuttle, die hem naar een nieuwe sector zou brengen.

 

Enkele minuten later was de shuttle onderweg. Een tikkeltje nerveus was Cleaver wel – je wist nooit of zo’n Romulaanse hoge pief wel te vertrouwen was als hij een vrijgeleide beloofde. Stel dat hij zich bedacht en de Phasers liet bulderen om een vijand van een mogelijke topkandidaat te beroven? Toen de Haviken eenmaal ver weg waren, kwam Cleaver eindelijk tot rust. Hij had aanbiedingen genoeg momenteel en het krediet dat hij van de Romulanen als gage had ontvangen gaf hem de optie om hier en daar iemand een weigering te verkopen. Uiteindelijk besloot hij om in sectoren 137 en 139 aan te monsteren bij respectievelijk de Kzinti en de Klingons. Uiteraard vertelde hij niemand van zijn dubbele deal, al vroeg hij zich af hoe lang hij het geheim kon houden. Hij was namelijk gedwongen om af en toe via zijn Warpshuttle (Type XXIII) te pendelen tussen de vlaggenschepen Legretta-Kz en Pax Tharkas-Kl. Overigens was het contract met de Kzinti een haastklus: kennelijk was een eerste officier gedeserteerd en waren de Kzinti naarstig op zoek naar een gewillige kandidaat om het commando over te nemen. Het beviel Cleaver prima om er middenin te springen, hij mocht namelijk een blanco cheque invullen…

 

“Misschien dat mijn derde maal met Kzinti Defenders wel geluk brengt? Zou het toch driemaal scheepsrecht zijn?”

 

Is getekend,

 

Commander Cleaver