Het Instrument van de wraak...

Een kleine tweepersoonsshuttle tolt om zijn as en vervolgt zijn steeds langzamere ruimtereis. De paarse gloed van de naburige nevel glanst op het bevroren oppervlak van het kleine ruimtetuig, dat ontdaan van z'n hoofdkrachtbron een object lijkt te zijn dat de vergetelheid van het oneindige heelal inzwerft.

Inmiddels niet ver daarvandaan, passeren twee Federatiekruisers de grenzen van hetzelfde stelsel...
"Huidige koers en positie?"
"We zijn juist sector 105 binnengegaan, Pos. 125, 365, 50 koers 45 mark 15, Kapitein"
De twee kruisers onder het commando van Kapitein W.B. Kelso, die comfortabel gezeten op zijn commandostoel een kopje thee nuttigd, zijn op een verkenningsmissie in het 2e kwadrant, en glanzen mat in het schijnsel van de nevel. De navigatielichten tonen de namen van de schepen die op de schotel zijn aangebracht; No Way Back en de No Way Out.
"Onze sensors pikken een klein objekt op 350 mark -20, Mijnheer"
"Laten we dat dan maar eens van wat dichterbij gaan bekijken. Roerganger, breng ons in een direkte koers naar dat object!" "Aye-aye, Kapitein!" "Nieuwe koers ingelegd"

Het is donker en koud in de shuttle en een laagje ijs bedekt de raam van de cabine. De controlepanelen zijn zwart en ook bedekt met ijs. Een donkere schaduw zit voorovergebogen in de bestuurdersstoel. Alles is doodstil, tot ploseling een lichte schok door het kleine vaartuig gaat. Door de bevrozen ramen verschijnt het sihouet van een groot ruimteschip. Haast onhoorbaar, klinkt er een klikje, daaropvolgend even een zacht gezoem. Eerst heel flauwtjes, maar daarna feller begint er ergens klein rood lichtje te gloeien. Een tweede schok gaat er door het kleine scheepje en nu is de cabine vaag verlicht door het licht dat naar binnen valt. Het interieur heeft nu een vaaggrijze kleur, en de donkere schaduw ziet er zo mogelijk nog grauwer uit dan de stoffige binnenzijde.

Nadat het object geidentificeerd was als een Federatie-shuttle, waarbij de sensors ook nog vage levenstekenen konden waarnemen, leek Kapitein W.B. Kelso het een goed idee om het toestel te bergen, en de inhoud ervan eens te bekijken.
"Nr. one, stel een team samen, en ga eens een kijkje nemen."
Met het typische slepende geluid gaat de deur van de turbolift open en betreed de groep het shuttledek. Het kleine tuig is grijs van het stof en het vuil en vertoont tevens sporen van een gevecht. De naam van het moederschip is niet leesbaar. Twee man vatten post voor de deur van de shuttle en twee anderen open ze. Met een luid gesis opent het zegel. Ondertussen probeert de Overste wat van het ijs op de romp te verwijderen zodat het opschrift zoveel als enigzins mogelijk is, leesbaar zou worden. De twee mannen, gewapend met zaklamp en phaser betreden de donkere shuttle. De eerste letters beginnen zichtbaar te worden: N*t*ri. "N*t*ri, N*t*ri, ...?" vraagt hij zichzelf af. Eensklaps herinnert hij zich een verslag van sector 104 enkele maanden geleden... Natori! Dit is een shuttle van de Natori! Op dat moment trekt het bloed uit zijn gezicht weg en krijgt zijn huid een grijze, bleke kleur. Hij wou nog z'n teamgenoten waarschuwen, maar het was al te laat... Met hun zaklampen beschijnen ze stuurconsole van de shuttle, als plots een enorme donkere schaduw voor hen oprijst. Verschrikt en door paniek overmand richten ze hun phasers, maar het is al te laat. De twee ongelukkigen worden als lappenpoppen naar buiten geslingerd, de daar geposteerde bewakers meeslepend, totdat ze wat verder met een harde klap tegen de zijwand knallen en bewusteloos in elkaar zakken. Ondertussen heeft de 1e officier, bekomen van de schrik, een positie ingenomen en wacht, de phaser in de aanslag, de verdere gebeurtenissen af. Zware voetstappen naderen de deur van de shuttle, en de donkere figuur stapt voorover gebogen uit de oude shuttle.
"Ha..., Hasen..., ...fratz?" stamelt de 1e officier.
Een brede grijnslach verschijnt op het verminkte gelaat van de donkere figuur, zijn monsterlijke metalen tanden ontblotend. Het rode oog lijkt een blik naar hem te werpen die doorkijkt tot het diepste van zijn ziel. Met zware stappen komt de beruchte kapitein op hem afgestampt. In zijn binnenste bereid de officier zich al voor op het ergste. Hij houdt zich klaar om te vuren, maar in plaats van een gevecht, krijgt hij een vriendschappelijke klap op zijn schouder (die haast zijn schouder ontwricht) en spreekt Hasenfratz hem toe met een bulderende stem: "Hee, bedankt om me op te pikken hier in deze leegte. Sorry voor je mannen, maar na zo'n hybernetische slaap ben ik altijd wat humeurig. Breng me naar je Kapitein, zodat ik hem persoonlijk de hand kan schudden." Even later stampen de 1e Officier en Hasenfratz door de gang naar de turbolift die naar de brug leidt. Achter hen schuifelen, manken en strompelen de andere mannen van het Security team dat, inmiddels terug bij bewustzijn, de twee mannen volgt.

Ondertussen heeft Hasenfratz vernomen dat dit de 'No Way Out' is, onder het commando van de al even beruchte Wild Bill Kelso. Hij vraagt zich af, of ze hem ook hadden opgepikt als ze zouden geweten hebben dat hij het was. Waarschijnlijk wel, W.B. Kelso staat bekend voor zijn zachtaardige natuur maar is nochtans vooral berucht door de uitzonderlijke karakter-veranderingen die hij zou ondergaan tijdens de strijd. Hasenfratz herinnert zich een gerucht, dat W.B. Kelso ooit een eerste officier zou gevaporiseerd hebben, omdat deze laatste het lef had om in het midden van een gevecht een rechtstreeks bevel in twijfel te trekken. de deur van de turbolift schuift open...

De aanwezige officieren zitten als bevrozen aan hun console en gapen met een open mond van afgrijzen naar de reusachtige gestalte. De enige figuur die geen krimp geeft en minzaam glimlachend uit zijn stoel rechtkomt om naar hem toe te wandelen is Kapitein Wild Bill Kelso. Een disruptor van een type dat Hasenfratz nog nooit heeft gezien aan zijn zijde door een riem om zijn middel omgord.
"Dus dit is dan de alombekende Kapitein W.B. Kelso!" buldert Hasenfratz, en hij reikt zijn hand uit. W.B. Kelso blijft echter, nog steeds minzaam glimlachend staan, de handen rustig achter de rug gevouwen. "Zo, zo, ben jij die zo beruchte Hasenfratz? Ik moet zeggen dat je me enigzins tegenvalt. Ik had je me indrukwekkender voorgesteld." Hasenfratz laat zijn hand terug zakken en kijkt met een blik van ongeloof en verbazing naar Wild Bill Kelso, die rustig een ommetje rond hem maakt om Hasenfratz' gestalte te bekijken.
"Eh, ik wou je bedanken om me te redden." Verklaart Kapitein Hasenfratz, terwijl zijn gezicht nu achterdochtig in een grimas trekt. "Je hoeft me niet te bedanken, als ik had geweten dat jij het was, zou je ongetwijfeld nog steeds de sterren aan het verkennen zijn in je shuttle!" W.B. Kelso had duidelijk een binnenpretje wanneer hij deze woorden sprak. Ondertussen heeft Hasenfratz zich terug een houding kunnen aanmeten en buldert: "Ik ben een man van eer, ik ben jou een wederdienst verschuldigd Kapitein W.B. Kelso!" "Ik hou er niet van om iemand iets verschuldigd te zijn, dus spreek en zeg wat ik u schuldig ben, met uw officieren als getuigen."
Zijn blik onveranderd, staat W.B. Kelso nu onverschrokken recht voor hem. "Mmmm, er is misschien wel iets waar je me mee van dienst kan zijn."
" We zijn op een verkenningsmissie naar sector 105, volgens onze rapporten zou daar een verhoogde activiteit van Klingons, Romulanen en Kzinti zijn."
"Wij zijn aangeduid om dat te onderzoeken." "Onderweg bij sterbasis 2358B hebben we een rendez-vous met twee Federatieschepen die ons op deze missie vergezellen." "Helaas hebben deze schepen, net zoals de Leopold III en de Yzer waar we contact mee gaan maken, een onervaren bemanning en worden geleid door een 1e Officier die net van de cadettenschool zijn eerste commando heeft gekregen." "Dat zijn 4 schepen met groentjes, dat is zelfs voor mij een beetje teveel van het goede;" verklaart W.B. Kelso, enigzins bezorgd.
"Ik wil dat je het commando van de Leopold III en de Yzer neemt en deze missie mede volbrengt." Bij deze woorden grijpt Kapitein Hasenfratz W.B. Kelso bij z'n uniform en tilt hem woedend op totdat hun gezichten nog maar een 10-tal centimeters van elkaar verwijderd zijn. Nog steeds glimlacht W.B. Kelso vriendelijk, terwijl hij zijn disruptor tegen de borstkast van Hasenfratz gedrukt houdt.
"Geef me een goede reden waarom ik terug op een van deze ellendige luxe cruiser wrakken de strijd zou willen aanbinden met technologisch superieure andere schepen?" raast Hasenfratz woedend.
"Ik geef je er drie." Antwoordt W.B. Kelso beheerst.
"Megabyte, V. Vodkasov en mijn disruptor" grinnikt W.B. Kelso.
Hasenfratz' gezicht verandert van woedend in iets wat weg heeft van een glimlach. Terwijl hij W.B. Kelso terug neerzet, barst hij uit in een onbedwingbare lachbui.
"Ik hou van je stijl, Kelso" spreekt Hasenfratz, met een brede glimlach op z'n verweerde uiterlijk.
"Dat zijn zeer goede argumenten. Goed, ik ga akkoord op een voorwaarde!"
"En die is?"
"Als dit achter de rug is, ben ik je niks meer verschuldigd. Akkoord?"
"Goed hoor! Afgesproken!"
"Number one, toon jij de Kapitein z'n vertrekken, zodat hij zich, eeh, ..., hum, enigzins kan verfrissen?" spreekt W.B. Kelso terwijl hij lichtjes snuivend, vol walging, z'n neus ophaalt.
Hierop draait W.B. Kelso zich om, als indicatie dat het onderhoud is afgelopen, en neemt terug plaats in de kapiteinszetel. De 1e Officier en Kapitein Hasenfratz stappen in de turbolift die hen naar de bemanningsverblijven zal brengen.

De Federatiesterbasis 2358B lijkt erg imposant zo vanuit het raampje van z'n verblijf gezien, de No Way Out is ondertussen met de maneuvers voor het aanvliegen naar de basis begonnen. Zoals W.B. Kelso al had vermeld, zijn er reeds twee andere kruisers gekoppeld aan de sterbasis die op hem liggen te wachten. In tegenstelling tot de oude wrakken waar hij de laatste tijd op vertoeft heeft, ogen deze schepen eerder nieuw en modern. Bweugh, wat heeft hij een hekel aan die friswitte geschilderde en met tapijten beklede Federatieschepen. Als ze half zoveel tijd zouden spenderen aan het verbeteren van de wapensystemen dan dat ze spenderen aan het luxe-interieur, zouden ze minstens zoveel vuurkracht hebben dan een D7. Het geeft hem nochtans een zeker gevoel van voldoening binnenkort terug het commando te hebben van een stel kruisers, terwijl hij er zich plots van bewust wordt dat hij al de hele tijd zachtjes een Klingon-strijdlied te staat te neuriën. Hij neemt de fles Romulan Ale die op het dienblad voor hem staat, vult een glas, waarna hij het glas terug op de tafel plaatst en de fles aan zijn mond zet, die hij vervolgens in enkele teugen leegt. Daarna neemt hij het glas, gaat aan het bureau ziiten om enkele plattegronden te bestuderen en valt na enkele minuten in een onrustige slaap.

Zijn nieuwe commando bevalt hem prima, hij zit ontspannen achterover in zijn nieuwe commandostoel op de Leopold III. Het heeft niet zoveel moeite gekost om de bevelvoerende officier te overtuigen zijn functie aan hem af te staan. Alleen jammer dat zijn overtuigingskracht zulke grote vlekken maakt, bedenkt hij terwijl hij zijn blik over de vloerbekleding van de brug laat glijden. Er verschijnt een monsterlijke grimas op zijn verminkte gelaat, dat wel eens een glimlach zou kunnen zijn. Een zacht gezoem weerklinkt als de lens van zijn kunstoog zich scherpsteld om het kleine instrumentenpaneeltje te bekijken aan zijn armleuning.
"Hmmm, nog altijd niks, we zouden nu toch stilaan iets moeten tegenkomen...", mompelt Hasenfratz stilletjes in zichzelf, terwijl hij mijmerend in gedachten verzonken is.
- Het is nu alweer enige tijd geleden dat er een bericht van Vodkasov en D.anger werd opgepikt. Hoe luidde het ook alweer? Ach, ja, iets in de zin van 'This battle is ours, prepare to die' Schijnbaar hebben deze twee ruimte-clowns meer geluk dan ik, want het bericht werd verstuurd vanuit het Klingon - HQ. In ieder geval goed om weten dat ze in de buurt zijn. Hij heeft nog een eitje of vier met hen te pellen... We zijn nu al stardate 105.3 en nog altijd niets...

Die morgen die volgt op de uitermate stille periode, staat uitermate in contrast van de vorige dagen, alle schepen hebben status in 'rood alarm' en de bemanningen hollen gespannen de gangen op en neer (joost mag weten waar naartoe, maar in de series doen ze dat ook altijd). Tezamen met 4 Kzinti en twee Klingons op de sensors, schalt er ook een berichtje van dat verlopen basketbalteam 'The Dream Team' binnen: "Good to see that some old friends and foes are still doing Battle! But remember: your ass will be kicked again by none other than The Dream Team", getekend Megabyte & Skywise. "Aaaahrgghh..." Hasenfratz kan zijn walging net niet onderdrukken. "Niet die twee weer..."

Uitermate geconcentreerd wordt er overlegd met Wild Bill Kelso. Deze laatste heeft ergens info opgevangen dat de Kzinti al in gevechten verwikkeld zijn geweest, en ook redelijk beschadigd moeten zijn. Dat betekend dat ze gezamelijk hoogstens 1 schip kunnen vernietigen, of beschadigen. De schilden worden neergelaten, photon's en phasers locken op doel...
"Vuur!" Beveelt Hasenfratz met bulderende stem. Hasenfratz' Federatieschepen onladen hun torpedobuizen en phaserbanken op, wat vermoed werd, het minst beschadigde schip...

Stardate 105.5 Een ongelofelijk vuurwerkspektakel op het viewscherm vult de brug met lichtflitsen. Phasers raken de Cyroeraeth-Kz, die kennelijk veel minder weerstand biedt dan we aanvankelijk dachten. Het hele schip schudt, plooit, rafelt en splintert terwijl de phasers de romp openscheuren. Op dat moment boren de photon torpedo's zich in de reeds versplinterende flank van het arme schip, dat verder uit elkaar valt. Alsof dat nog niet genoeg is, krijgt het nu ook nog eens de volle laag van de Yzer, die enkel nog wat lichteffecten toevoegd aan het reeds exploderende, versplinterende wrak... phaservuur dringt binnen in de gehavende romp om aan de andere zijde het karkas terug te verlaten, puin en rompplaten met zich meevoerend. Op datzelfde moment arriveert het tegenvuur van phasers en raketten op de Yzer. Het arme schip dat zijn schilden heeft neergelaten wordt getroffen met alles wat de Kzinti nog konden afvuren, en dat is tot onze stomme verbazing nog een heel wat... Het phaservuur schilfert de rompplaten van de primaire romp terwijl een, ..., twee, drie, ..., vier! raketten inslaan, hele stukken uit de schotelsectie hakkend, ... die schijnbaar op en neer danst onder het brute geweld. Vermoeid, draait het moegetergde schip zich langzaam rechtsom zijn as, in een spiraal tollend, stuurloos, aangetrokken door de zwaartekracht van een planeet met een rottig en slechte naam.
"RHAAAAAAAAAAAAAAA!!!!!" "Whaaaaaarghhh!!", stoot de geweldige gestalte brullend uit, terwijl hij de armleuningen van de commandostoel rukt, en enkele seconden later de gehele stoel van de vloer, enkele vloerplaten mee lostrekkend, om die met een dierlijk gebrul door de deur van de turbolift, de turbolift, de dubbele beschermende schotten (niet die met rokjes) en de buitenste romp te gooien. Dit veroorzaakt voor de eerste keer in de geschiedenis een L.S. consumptie van meer dan 15% op een schip dat nog niet beschoten is.
"WHARG, Wharghh, rhaaaaa..." Langzaam krijgt hij duizelend zijn zelfcontrole terug...

Terwijl er nog een geschreven afscheidsbericht van V.Vodkasov over het beeldscherm rolt, vult dit stukje van het heelal zich met explosies en lichtflitsen...
Cyroeraeth-Kz - WRAK; Yzer-Fe - WRAK; Lord of Agony-Kl - WRAK; Lord of Death-Kl - WRAK; Lord of War-Kl - WRAK; Lord of Pain - WRAK...

Stardate 105.6 Voor de overblijvende Federatiekruisers zich kunnen hergroeperen, wenden de venijnige Kzinti-verdedigers richting Leopold III, het schip omcirkelend en met phasers en raketten bestokend. Van een kleine misrekening gesproken. Deze ettertjes zijn wel voor meer dan 50% beschadigd, maar hebben haast al hun wapensystemen nog, gecombineerd met een lading raketten die hard naar binnen slaan...
"Wenden, maar wend dan toch!" Gromt Hasenfratz zenuwachtig over en weer stampend op de brug naar de zwoegende roerganger... Langzaam draait de kruiser bij, trachtend zich in een betere wapenhoek te manoevreren... Phasers worden afgevuurd, maar niet allemaal, de snelle Kzin manoevreren hun schepen buiten de kruiser's wapenhoek, daarbij hun phasers afvurend. Het schip schud en kraakt in al zijn voegen terwijl het langs drie zijden onder vuur genomen wordt. Een na een begeven de schilden het...
"schild 2 neer kapitein!"; "schild 3 neer Kapitein!" "schild 4 slechts op 25% Kapitein" ... even lijkt het voorbij het schip hersteld zich. Een onwezenlijke stilte daalt neer over de brug. En dan gebeurt het:
"Raketten Kapitein!", "3 Raketten..."; nog voor de wapenofficier zijn zin kon afmaken wordt het gehele schip door elkaar geroerd. Raketten slaan in, de phasers uit de romp scheurend...
"Status?" vraagt de donkere gestalte, beseffend dat het gevecht voor hem weerom gevochten is.
"33 intern, 18 kritiek, phaser 3 en 4 defect, schilden 2 en 3 defect, schild 4 staat op 14" besluit de boordwerktuigkundige het rapport. "In deze kl*tegevechten is de zware phaser van deze brik nog niet een keer afgevuurd kunnen worden" gromt de donkere reusachtige gestalte, zijn cape over zijn schouder werpend. Het diafragma van zijn mechanische oog schuift dicht met een zacht klikkend geluid, terwijl hasenfratz zijn blik focust op de aanstormende Kzinti die ondertussen gekeerd zijn en terug op de Leopold III afstevenen.

Stardate 105.7 De kruiser probeert zich uit de val te manoevreren, maar tevergeefs. De wendbare Kzinti zoeken de lege schilden van de kruiser en spuwen alles wat nog in hun phaserbanken zit richting Leopold III. De ene phaser die in de juiste wapenhoek zit vuurt als een laatste wanhoopsdaad naar de Kzin. Het phaservuur bereikt de Leopold III en slaat nu in op het onbeschermde schip 27 door 4, 33 door 2, 20 door 3, 27 door 3, 40 door 3,... Explosies, instortingen, ronvliegende brokstukken losspringende kabels die vonkend en sissend over en weer slingeren, branden, rondvliegende ledematen en andere restanten van de bemanning... Temidden van deze argameddon staat de donkere gestalte nog steeds recht, starend naar het flikkerend viewscherm, dat het om zijn as tollend en cirkelend beeld van een planeet met een rottig en slechte naam vertoont. Vlammen van de verbranding in de atmosfeer likken aan het lijk van de Leopold III, die langzaam verder uit elkaar valt naarmate hij dieper en dieper in de atmosfeer doordringt.